Door Rob Vos
De Nederlandse arbeidsmarkt verandert in hoog tempo. Digitalisering, technologische innovatie en demografische verschuivingen zorgen ervoor dat functies verdwijnen, nieuwe beroepen ontstaan en vaardigheden sneller verouderen dan ooit. Om mee te bewegen met deze dynamiek is een wendbare beroepsbevolking nodig. Mensen moeten zich blijven ontwikkelen, nieuwe technologieën leren toepassen en met vertrouwen inspelen op verandering. Een sterke leercultuur is essentieel en juist hier speelt het mbo een sleutelrol. Het draait om toegankelijkheid, praktijkgerichtheid en flexibiliteit.
De kracht van het mbo
Het middelbaar beroepsonderwijs vormt het hart van onze leercultuur. MBO-instellingen staan dicht bij de praktijk en hebben nauwe banden met werkgevers. Daardoor kunnen ze snel inspelen op veranderingen in sectoren en regio’s.
Het mbo is niet alleen de plek waar jongeren een start maken, maar steeds meer ook de motor achter Leven Lang Ontwikkelen (LLO), een stelsel waarin leren en werken elkaar voortdurend versterken. Dat vraagt om een infrastructuur waarin leren toegankelijk, praktijkgericht en flexibel is.

Verandering van binnenuit
Om deze sleutelrol te vervullen, werkt het mbo aan een toekomstbestendige leerinfrastructuur waarin toegankelijkheid, praktijkgerichtheid en flexibiliteit samenkomen. Verschillende ontwikkelingen versterken elkaar daarbij:
1. Modularisering
Onderwijs wordt opgebouwd uit kleinere, flexibele eenheden die aansluiten bij de leerbehoefte van de studerende én bij de vraag van de arbeidsmarkt. Zo ontstaat maatwerk dat past bij ieders leerroute.
2. Flexibilisering van leerpaden
Studerenden kunnen instappen op verschillende momenten, in eigen tempo leren en inhoudelijke combinaties maken. Versnellen, vertragen, verdiepen of verbreden, het wordt allemaal mogelijk.
3. Personaliseren van het leren
De toenemende diversiteit in leertrajecten vraagt om onderwijs dat beter aansluit op iemands persoonlijke ambitie en levensfase. Klassikaal, blended, digitaal of zelfstandig, de student kiest hoe hij of zij de stof eigen maakt.
4. Leven Lang Ontwikkelen (LLO)
Mbo-instellingen bieden steeds vaker korte leertrajecten, praktijkmodules en maatwerkprogramma’s voor werkenden, werkzoekenden en zij-instromers. Zo blijft het mbo relevant gedurende de hele loopbaan van mensen.
5. Skills als gemeenschappelijke taal
Door te werken met skills wordt zichtbaar welke kennis en ervaring iemand al bezit en wat nog ontbreekt. Dat vergroot mobiliteit en maakt gerichte bij-, na- of omscholing mogelijk. Skills vormen daarmee de brug tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
6. Onderwijslogistieke pijlers en serviceconcepten
Genoemde onderwijsinnovaties als modularisering, skill‑gebaseerde aanpak, flexibele leerpaden en gepersonaliseerd onderwijs bieden veel variatie. Nu is variatie onmisbaar voor eigentijds onderwijs, maar teveel variatie maakt onderwijs kostbaar en complex. Daarom is het belangrijk om een evenwicht te vinden tussen keuzevrijheid en beheersbaarheid. Hiervoor maak je gebruik van serviceconcepten.
Een serviceconcept kun je zien als ‘de belofte naar je student’ en met behulp van serviceconcepten kan een mbo-school variatie bieden binnen duidelijke kaders. Zo blijft onderwijs studeerbaar, doceerbaar, organiseerbaar en dus betaalbaar. Studenten weten wat ze mogen verwachten, en instellingen weten precies welke ondersteuning en faciliteiten daarbij horen. Dit is van toepassing op zowel kortstondige als langdurige opleidingen. Een situatie waarvan zowel studenten als scholen profiteren.
Samenvattend: een levend leerlandschap
Genoemde ontwikkelingen versterken elkaar doordat ze gezamenlijk zorgen voor wendbaar, persoonlijk en arbeidsmarktrelevant onderwijs. Modularisering en flexibilisering maken maatwerk mogelijk, terwijl personalisering zorgt dat leren aansluit bij iemands ambities en levensfase. Leven Lang Ontwikkelen bevordert blijvende groei, en een skillgerichte benadering verbindt onderwijs en arbeidsmarkt tot één samenhangend systeem.
Tegelijkertijd vraagt de toename aan variatie om balans tussen keuzevrijheid en beheersbaarheid. Serviceconcepten helpen mbo-instellingen die balans te bewaren door flexibiliteit te bieden binnen heldere kaders. Zo blijft het onderwijs studeerbaar, doceerbaar, organiseerbaar én betaalbaar, met duidelijke verwachtingen voor zowel studenten als instellingen.
Het mbo is, en blijft, de motor van een lerende samenleving.
Wie is Rob Vos?
Rob combineert meer dan 30 jaar ervaring in de ict‑sector met een diepgewortelde passie voor toekomstbestendig onderwijs. Hij was lange tijd manager informatisering en automatisering bij het Deltion College. In zijn rol als beleidsadviseur bij de MBO‑Raad en als adviseur bij zowel MBO Digitaal als voorheen saMBO‑ICT, heeft Rob de digitale agenda van het middelbaar beroepsonderwijs mede vormgegeven. Als managing consultant bij BMC leverde hij strategisch advies aan mbo‑instellingen over onderwijslogistieke, informatiekundige en systeemtechnische vraagstukken. Op dit moment werkt Rob als Strateeg Digitalisering bij Rijn IJssel en adviseert hij daarnaast één dag in de week, als zelfstandige consultant, scholen met concrete strategieën, slimme oplossingen en duurzame resultaten, zodat iedere student kan rekenen op een soepele digitale leerervaring.
